Hoe zie je de toekomstige huurder?

“Wooncorporaties moeten naar mijn mening meer nadenken over ons bestaan. Een dak boven je hoofd is wat mij betreft iets wat gewoon normaal zou moeten zijn.” Wooncorporaties moeten mensen perspectief bieden of laten creëren, zodat zij in de samenleving mee kunnen doen. Daarbij is niet elke huurder hetzelfde. Je hebt huurders die heel goed zichzelf kunnen redden en dingen weten te regelen.”

“Daarnaast is er ook een groep huurders, daar maak ik me in ieder geval het meeste zorgen om, die door armoede, zorgbehoefte of laaggeletterdheid of door welke omstandigheid dan ook niet kunnen mee doen in de samenleving. Deze groep is vaak ook onzichtbaar in de samenleving. Wat je niet ziet, bestaat niet, lijkt het dan. Hoe ga je daarmee om en hoe faciliteer je daarin en welke energie steek je daarin?”

“Op het moment dat we een e-mail of een brief versturen en we krijgen daar respons op, dan gaan we daarop af. Ook moeten we met klantonderzoeken kijken of we ook echt alle relevante zaken raken. Vaak wordt een onderzoek door een groot percentage niet ingevuld, omdat ze het niet kunnen invullen of om welke reden dan ook. We nemen dus heel veel dingen voor ‘waar’ aan, terwijl we niet weten hoe representatief of kwalitatief het onderzoek is voor de populatie. Daar wil ik vooral de energie in steken.”

Welke belangrijke maatschappelijke ontwikkelingen speelden er de afgelopen jaren?

‘’Op sociaal-maatschappelijk gebied zie ik zelfredzaamheid als een belangrijke ontwikkeling. We vragen steeds vaker zelfredzaamheid van de huurder, terwijl de ondersteuning absoluut achterloopt. Een andere ontwikkeling is de economische situatie in onze regio met als gevolg lage inkomens. Veel huurders hebben moeite om elke maand rond te komen. Dat zijn voor mij twee essentiële ontwikkelingen.’’

Wat doet Lefier aan deze ontwikkelingen?

‘’Bij de sociaal-economische ontwikkeling heb ik het met name over het feit dat wij mensen vooral willen helpen op het gebied van zelfstandigheid en zelfredzaamheid. Wij ontwikkelen daar programma’s voor zodat zij mee kunnen doen in de samenleving. Centrale vragen daarbij zijn: ‘Wie zien we niet?’ en ‘Waar moeten we wel degelijk iets mee doen?’ Op het financieel-economisch gebied zetten we alles op alles om de woonlastenquote van huurders acceptabel te houden. Dit betekent dat we ernaar streven dat onze huurders niet meer dan 30% van het inkomen kwijt zijn aan woonlasten. Dit doen we door kritisch te kijken naar ons huurbeleid.”

Daarnaast zetten we in op het energiezuiniger maken van onze complete woningvoorraad. Lefier is bijvoorbeeld één van de zes corporaties binnen De Stroomversnelling. Dit is een landelijke pilot voor het duurzaam maken van woningen. De afgelopen tijd zijn de eerste nul-op-de-meter-woningen opgeleverd. De komende drie jaar staan in totaal 1.500 woningen op de planning om te renoveren naar nul-op-de-meter woningen. Voor bewoners met relatief hoge energiekosten zijn deze nul-op-de-meterwoningen (woningen die evenveel energie verbruiken als opbrengen) heel interessant.”

Zie je op het gebied van huurrecht veranderingen bij jullie huurders?

‘’Als het gaat om de nieuwe Woningwet, dan ben ik ontzettend blij dat huurdersverenigingen een sterkere positie krijgen. Dat kan ik alleen maar toejuichen en omarmen. Dat is het meest essentiële. Het feit dat huurdersverenigingen mee kunnen doen in het traject van het bepalen van je visie en strategie. Daarin zit alles.’’

Hoe is Lefier voorbereid op veranderingen onder haar huurders?

‘’Binnen onze organisatie hebben we drie directielijnen: Vastgoed, Financiën en, vanuit mijn kant, Maatschappelijk Presteren. Onder de directielijn Maatschappelijk Presteren zitten drie dimensies. Het klantcontactcentrum, waar de telefonische en e-mailcontacten met de huurders worden onderhouden. Het stuurteam waar ongeveer tien tot twaalf personen zich met name bezighouden met beleidsontwikkeling en programma’s op het gebied van wonen, duurzaamheid en maatschappelijk ondernemen. En de acht gebiedsteams zijn verantwoordelijk voor het primaire proces. Onder het primaire proces versta ik dan alles wat we doen op het gebied van verhuur en mutatie, incasso, dagelijks onderhoud en leefbaarheid.”

“Lefier richt zich op vier thema’s: rentmeesterschap, verbinding, zelfredzaamheid en betaalbaarheid. Het eerste aspect is duurzaamheid, het rentmeesterschap. Hoe kunnen we woningen die we nu beschikbaar stellen voor huurders behouden voor toekomstige generaties? Het tweede thema is verbinding. We willen aanstuurbaar zijn. Daarmee bedoelen we dat huurdersverenigingen en gemeenten meer invloed moeten kunnen hebben. Dat hebben we opgestart voordat de Woningwet er was. Dit is dus echt ons initiatief, het is ons niet opgelegd. De andere twee thema’s zijn betaalbaarheid en zelfstandigheid. Wij werken aan deze twee aspecten door deze als punt op te nemen in de beleidsagenda.’’