Langer zelfstandig thuis wonen, de nieuwe mantra

Maatschappelijk / 01 november 2016
Jaap van Velzen
Jaap van Velzen
Directeur, Brain Management International

Steeds meer mensen blijven langer zelfstandig thuis wonen. Omdat de regelgeving verandert: de zorgnormen op basis waarvan iemand vroeger nog in een tehuis of een beschermde woonvorm terecht kon. Omdat mensen langer vitaal blijven en er wordt verondersteld dat er meer wordt geparticipeerd. En omdat de bevolking veroudert.

De meeste mensen willen dat trouwens graag, zolang mogelijk en zelfstandig in hun eigen woning blijven. Ook als zij behoefte krijgen aan zorg en ondersteuning. Het verhuispercentage van ouderen is dan ook relatief laag – en als er al wordt verhuisd, dan strijkt de oudere op korte afstand van zijn vorige woning neer.

Wat moet de corporatie met deze informatie?

Die heeft als opdracht om woningen te bouwen, verhuren en onderhouden voor mensen met lage inkomens. Daarnaast zet de corporatie zich mede in – vaak via prestatieafspraken met gemeenten – voor het behoud van de leefbaarheid in wijken waar ze vastgoed bezit en ondersteunt ze uiteenlopende projecten met bewoners. Afhankelijk van de setting beheert de corporatie nog vastgoed zoals buurthuizen of gemeenschapscentra, hoewel de aangescherpte Woningwet 2015 daarvoor minder speelruimte biedt dan voorheen.

‘Langer zelfstandig thuis wonen’ veronderstelt een complexe mix van hoedanigheden die het de bewoners van corporatiebezit gemakkelijk(er) maakt om in hun vertrouwde omgeving te blijven wonen en ten volle van hun huis te blijven genieten. Ook als ze ouder worden, slechter ter been raken of zorgondersteuning nodig hebben. Het beleid van de Rijksoverheid is hier dan ook op gericht. In de kamerbrief ‘Transitieagenda Langer Zelfstandig Wonen’ van 4 juni 2014 hebben Minister Blok en staatssecretaris Van Rijn een toelichting gegeven op de aanpak om oudere mensen (al dan niet met zorg) langer zelfstandig te laten wonen. In de brief wordt erop gewezen dat de genoemde transitie ook een forse impact zal hebben op de corporatiesector, omdat steeds meer mensen met een zorgvraag zullen blijven wonen in een corporatiewoning die niet altijd geschikt is voor het leveren en ontvangen van zorg. Dit vraagt aanpassing van bestaande woningen en het bevorderen van doorstroming naar geschikte, zelfstandige woningen. De bekende ‘brief’ is gevolgd door verschillende onderzoeken en afspraken met onder andere de VNG, Actiz, Aedes, VGN, het Aanjaagteam Langer Zelfstandig Wonen, Planbureau voor de Leefomgeving en GGZ Nederland.

Maar dan?

Prettig wonen is een ‘individuele aangelegenheid’, zoals Woonzorg Nederland aangeeft. Ze heeft de kenmerken ervan zelfs vastgelegd in een serie woonformules, waarin volgens deze organisatie verschillende profielen passen van de ouder wordende mens. Zo stelt ze: “Zorgeloos wonen is niet alleen een kwestie van hoogwaardig vastgoed en sociale veiligheid. Het is een begrip dat individueel wordt beleefd. Elke woonformule is een optelsom van leefruimte en woonruimte, waarin begrippen als huiselijkheid, vitaliteit, onafhankelijkheid, gewoonten en interesses, sociale contacten, maatschappelijke oriëntatie en dienstverlening uit voortkomen. Deze uitgangspunten dienen als handvat bij de ontwikkeling van nieuwe projecten en de inrichting van bestaand aanbod”. Waarbij nog wordt aangetekend dat als een corporatie toekomstbestendig wil bouwen, er altijd rekening moet worden gehouden met de demografische opbouw binnen een gemeente.

Toekomstgericht blijven, zorgzones inrichten, voorzieningen bereikbaar houden, woningen specifiek toewijzen aan ouderen of mensen met een beperking: de corporaties zijn al op vele terreinen (samen met partners) aan de slag met langer zelfstandig thuis wonen. Maar zijn ze dat ook met de bewoners van hun vastgoed?

Want langer in je eigen huis wonen is behoorlijk complex. Vaak wachten bewoners tot hen daadwerkelijk iets overkomt. Of ze vinden de te betalen huurvergoeding voor fysieke aanpassingen door de corporatie te hoog. En bij verhuizing naar een ‘zorgzone’ verliezen ze sowieso het sociale vangnet van hun vertrouwde omgeving. Daarnaast zijn er allerlei belemmeringen in de regelgeving, bestemmingsplannen, geldstromen, zorg-woon-concepten en in de afstemming tussen partijen.

Misschien kan het simpeler?

Voormalig minister van VWS, Ab Klink, geeft aan dat de belangrijkste redenen voor zorgconsumptie door ouderen ‘eenzaamheid’ en ‘vallen’ zijn. Koppel dat aan de 3 belangrijkste factoren die bepalen of mensen lang zelfstandig kunnen blijven wonen, namelijk:

  • je eigen leven kunnen leiden;
  • blijven bewegen;
  • het onderhouden van een sociaal netwerk.

Hetgeen inhoudt dat mensen hun woning in- en uit kunnen gaan, de woonomgeving geen fysieke belemmeringen oplevert en dat dagelijks gebruikte voorzieningen bereikbaar zijn. Een corporatie die zijn vastgoed primair beoordeelt op deze factoren is al een heel eind op de goede weg.

Langer zelfstandig wonen geldt uiteindelijk immers voor ons allemaal.