Zouden bewoners de verbeteragenda van wijk en woning niet moeten bepalen?

Maatschappelijk / 19 juli 2018
Wiebe de Ridder
Wiebe de Ridder
, USP Marketing Consultancy

Hoe beheer jij de woningvoorraad? We kennen allemaal de standaard parameters als bouwjaar en onderhoudsstaat, maar neem je hierin ook de perceptie van de huurder mee? Wij zien regelmatig een mismatch tussen de verbeteragenda en de perceptie van de huurder.

Deze mismatch zagen wij onder andere terug bij een grootstedelijke woningcorporatie. In een specifieke wijk werd weinig geïnvesteerd in de openbare orde, waardoor de bewoners zich zeer onveilig voelden. Deze wijk was bij de woningcorporatie echter nog niet in beeld. De investering voor veiligheid ging daarentegen naar een wijk waar de bewoners lang niet zo ontevreden waren. Zou het niet mooi zijn als we deze zaken beter op elkaar af stemmen?

Waarom wordt de perceptie van de huurder niet meegenomen?

Harde waarden uit de systemen van woningcorporaties en gemeenten bepalen tegenwoordig nog steeds in grote mate de verbeteragenda. Waarom wordt hier nog niet standaard de perceptie van de huurder in meegenomen? Uit onderzoek onder ruim 10.000 sociale huurders blijkt dat men lang niet altijd tevreden is met de woning en de woonomgeving. Gemiddeld geeft men de buurt een 7,0. Natuurlijk bestaat de tevredenheid met een buurt uit meer dan alleen een totaalcijfer.

Onderstaand figuur geeft een inkijkje in de tevredenheid van sociale huurders met zowel de fysieke als de sociale aspecten van de woonomgeving. Als we dergelijke cijfers op buurt- of zelfs op complexniveau uitsplitsen, komen er grote verschillen bovendrijven. Deze uitkomsten bieden concrete handvatten voor het voeren van beleid en in het verlengde daarvan de keuze welke wijken of complexen bovenaan de verbeteragenda moeten staan.

 

Voor corporaties en gemeenten is het interessant om de beleving van de woning en de buurt op wijk- of complexniveau in kaart te brengen. Wanneer de huurdertevredenheid naast de onderhoudsplanning van een corporatie gelegd wordt, zien we meer dan eens dat er een discrepantie bestaat tussen beide. Kortom, de buurten of complexen die bovenaan de agenda staan bij gemeenten en corporaties, zijn lang niet altijd de buurten of complexen waar bewoners het meeste behoefte hebben aan ontwikkeling en verbetering.

Uit de comfortzone stappen

Waarom niet buiten je comfortzone stappen en de verbeteragenda eens voor de helft vullen met verbeteracties voor díe complexen en wijken waar volgens de bewoners de nood het hoogst is? Tijdig deze werkwijze omarmen is de eerste stap. Vaak is de verbeteragenda al lang van tevoren vastgesteld. Het onderzoeken van de huurdertevredenheid komt dan vaak te laat. De schrijnende wijken of complexen die vanuit ‘harde waarden’ niet in beeld waren, maar door klanttevredenheidsonderzoek toch naar voren komen, belanden hierdoor toch weer op de lange baan.

Woonbeleving gaat verder dan een tevreden huurder

Woonbeleving gaat verder gaat dan een tevreden huurder. Zo zijn bewoners die tevreden zijn met hun woning of buurt meer betrokken zijn bij hun omgeving (daarover later meer). Dit levert voor corporaties kansen op voor nieuwe vormen van beheer.