De Polder is dood. Leve de Polder.

Corporatie / 01 december 2025
Redactie
Redactie
Redactie, CorporatieNL

In haar boek De polder is dood, leve de Polder (2021) stelt ruimtelijk strateeg Suzanne Potjer dat het traditionele Nederlandse poldermodel, waarbij consensus, overleg en het afwegen van alle belangen vooraf centraal staan, niet langer functioneert. Is dat zo en wat is de relatie met de visie van PublicNL/CorporatieNL dat we in het jaar 2050 moeten kunnen wonen, werken en leven waar we willen?

Over het boek

Het boek van Potjer bestaat uit 2 delen.

In deel 1: De Polder is dood analyseert zij dat de huidige ruimtelijke uitdagingen (woningcrisis, energietransitie, stikstof, klimaatadaptatie) te complex, urgent en met elkaar verweven zijn voor dit trage consensusmodel. Het leidt tot:

  • Patstellingen: Besluiteloosheid omdat iedereen aan tafel zit en elkaar ‘gijzelt’.
  • Slappe compromissen: Oplossingen die ‘vlees noch vis’ zijn en de kern van het probleem niet aanpakken.
  • Vertraging: Terwijl de crises verergeren, wordt er vooral gepraat en gerekend.

In deel 2: Leve de Polder  tref je geen pleidooi voor het oude model aan, maar voor een nieuwe invulling: de “maakpolder” (of actiepolder).

In plaats van praten men handelt, pleit Potjer voor een model waarin diverse partijen (overheid, burgers, markt, ontwerpers) direct samen aan de slag gaan. De essentie van de ‘maakpolder’ is:

  • Doen en experimenteren: Start met concrete projecten en pilots in het gebied zelf.
  • Al doende leren: Gebruik de praktijk om te ontdekken wat werkt, in plaats van alles vooraf dicht te timmeren in abstracte plannen.
  • Nieuwe coalities: Werk samen op basis van een gedeelde ambitie (bijv. “een duurzame wijk bouwen”), niet op basis van vaststaande belangen.

Het is een oproep om van een ‘praatcultuur’ naar een ‘maakcultuur’ te bewegen om de grote ruimtelijke opgaven vlot te trekken.

Onze visie

De connectie tussen Potjers boek en onze gezamenlijke visie “In 2050 kan iedereen in Nederland wonen, werken en leven waar hij wil” is direct en cruciaal. Potjers boek levert de methodiek die essentieel is om deze visie te kunnen realiseren.

Hier zien we de verbinding:

1. De “Dode Polder” is de blokkade voor 2050 Onze visie vereist een fundamentele transformatie van Nederland. Er moeten miljoenen woningen bij, de infrastructuur moet op de schop, en het landschap moet klimaatbestendig worden.

De “dode polder” die Potjer beschrijft, is precies de reden waarom deze transformatie nu niet lukt. De huidige impasse (stikstof, trage woningbouwprocedures, gebrek aan ruimte voor energie) voorkomt juist dat mensen kunnen wonen en werken waar ze willen. Als we vasthouden aan het oude model, zal die vrijheid in 2050 verder weg zijn dan ooit.

2. De “Maakpolder” is de motor voor 2050 Om onze visie te realiseren, moet het roer om. De droom voor 2050 is geen klein compromis; het is een ambitieuze, integrale doelstelling.

Dit vereist de ‘maakpolder’-mentaliteit die Potjer bepleit:

  • Focus op de ambitie: De visie “vrijheid in wonen en werken” moet het leidende principe zijn, niet de afzonderlijke belangen van vandaag.
  • Experimenteren: Om de woningnood op te lossen en werklocaties te integreren, moeten we nieuwe woon-werkvormen, mobiliteitshubs en energielandschappen uitproberen.
  • Snelheid maken: Alleen door nu te beginnen met bouwen en leren (de ‘maakpolder’), kunnen we de schaal en snelheid halen die nodig is om de doelen van 2050 te bereiken.

Potjers boek stelt de diagnose van de huidige verlamming (de ‘dode polder’) die onze visie voor 2050 onmogelijk zou maken. Tegelijkertijd biedt ze het medicijn: een actiegerichte ‘maakpolder’-aanpak. De visie (het ‘Wat’) kan alleen gerealiseerd worden met de door haar voorgestelde mentaliteitsverandering (het ‘Hoe’).