Toekomstblik
Woonbron heeft de afgelopen jaren voor enorme opdrachten gestaan. Zowel door het verleden als door de gevolgen van nieuwe wetgeving en veranderingen in de maatschappij. Voor welke grote opdrachten staat de organisatie volgens jou in de komende jaren?
Richard Sitton: “Onze organisatie staat er goed voor, we zijn financieel gezond en zijn duidelijk gericht op onze kerntaak. De nieuwe wetgeving hebben we voortvarend geïmplementeerd. Voor de komende jaren ligt onze focus op het verbeteren van onze woningkwaliteit. Zowel de technische kwaliteit als de door de klant ervaren woonkwaliteit willen we duidelijk verbeteren. Onze nieuwe bedrijfsstrategie is daarop gericht. Daar hoort nadrukkelijk ook de verduurzaming bij die we op diverse manieren bij onderhoud en renovatie invullen. Tot slot zijn we sterk gericht op wat wij ‘beheerkracht’ noemen: onze huurders moeten prettig kunnen wonen in onze complexen en dat vereist dat we investeren in schoon, heel en veilig. Zeker met de uitstroom uit zorginstellingen en de toename van te huisvesten bijzondere doelgroepen lukt dat niet vanzelf. Daarom hebben we veel aandacht voor het tegengaan van woonoverlast.”
Klimaatakkoord
In het onlangs gepresenteerde klimaatakkoord is een belangrijke rol weggelegd voor corporaties. Woonbron is zelf al langere tijd bezig met veel initiatieven op het gebied van verduurzamen. Gaan de afspraken uit het klimaatakkoord ver genoeg of is het wel mooi zo voor Woonbron? En welke gevolgen voorzie je voor Woonbron, wat moet anders, beter of meer?
“Het eerste dat wij ons als corporatiesector dienen af te vragen is: waar zijn wij van? Vanuit onze oorsprong staat de beschikbaarheid en betaalbaarheid van voldoende woningen voor onze bewoners voorop. Dat houdt mijns inziens in dat de uitdagingen op het terrein van duurzaamheid deze niet in de weg mogen staan, dan wel onder druk zetten.”
“De afspraken in het klimaatakkoord zijn zeer ambitieus. Gemiddeld kan de corporatiesector dat wel aan, blijkt uit berekeningen. Maar dan komen de 2 benoemde punten van beschikbaarheid en betaalbaarheid wel in het gedrang. Dit speelt nog veel meer voor die corporaties waarvan de financiële spankracht en de specifieke kenmerken van de woningvoorraad kritischer zijn dan van de ‘gemiddelde’ corporatie.”
“Voor Woonbron geldt dat het een vrij oud woningbestand heeft, met een relatief matige duurzaamheidsscore. Gecombineerd met onze zeer beperkte extra investeringsruimte betekent dit dat we onvoldoende middelen hebben om de hele voorraad CO2-neutraal te maken in 2050. We kijken daarom hoe we zo slim mogelijk en tegen zo laag mogelijke kosten de verduurzaming van onze woningen kunnen versnellen. In 2 van onze gemeenten – Rotterdam en Dordrecht – lijkt het kansrijk om forse aantallen woningen aan te sluiten op het warmtenet. Mogelijk zal Delft ook in warmte investeren. Dan hebben we in ieder geval mogelijkheden om snel winst te boeken. Uitgangspunt voor ons blijft dat we behoedzaam en zorgvuldig keuzes maken voor duurzaamheid, zodat het geld van onze huurders niet verloren gaat in projecten waarmee je nu voorop loopt, maar die in de toekomst een te groot beslag op onze financiën blijken te hebben.”