Energiebesparing verplichtingen voor gebouweigenaren; hoe pak je dit aan?

Vastgoed / 05 maart 2019
Hans Reuvers
Hans Reuvers
Complexbeheerder Energie-ambassadeur en adviseur, Alwel.nl

In het eerste deel heb je kunnen lezen wat de energiebesparing verplichtingen voor gebouweigenaren inhouden. In dit artikel laat ik zien hoe je de energiebesparing verplichtingen en de energie informatieplicht kunt samenvoegen en uiterlijk op 5 december kunt indienen.

Het eerste deel kun je hier teruglezen.

Het administratief samenvoegen van deze twee regelingen wordt door de RVO als mogelijkheid aangedragen.

De aanpak

Bij aanvang worden het plan van aanpak en de lijst van de te auditeren panden voorgelegd aan het bevoegd gezag. Voor een corporatie die in slechts één gemeente zit, zal dit de betreffende gemeente zijn. Zit de corporatie in meerdere gemeenten, dan is de lokale omgevingsdienst een logische keuze. In het geval dat de corporatie onder meerdere omgevingsdiensten valt, dan is het zaak om een pre-audit te laten uitvoeren door het Kernteam. De omgevingsdiensten beoordelen uiteindelijk de afzonderlijke rapportages.

Je kunt de rapportages laten opstellen door een externe energieadviseur, dit is echter geen wettelijke eis. Los van de expertise van de externe energieadviseur, is het aan de corporatie om de benodigde informatie, waaronder tekeningen, energiegegevens, eventuele energielabels en eerder uitgevoerd energieonderzoek en gegevens van renovaties aan te leveren. Sta er even bij stil dat je tot in detail informatie moet aanleveren over de te auditeren gebouwen, installaties en vervoer.

Opstellen conceptrapportages

Er wordt een organisatierapportage opgesteld (de EED concern-audit) waarin het organisatiebrede energieverbruik wordt opgenomen. (Daaronder vallen ook energie-inkoop en beleid). De rapportage behelst een analyse van de organisatiebrede energiehuishouding, en voorgestelde maatregelen voor energiebesparing. In deze rapportage ligt de nadruk op organisatiebrede maatregelen. Hierbij kun je denken aan het vervangen van benzine-voertuigen door elektrische, maar ook het beïnvloeden van gebruikersgedrag.

Per pand ga je pandrapportages opstellen, waarin de energiehuishouding en maatregelen voor dat specifieke pand zijn toegelicht. Denk hierbij aan alle kantoren in eigen gebruik, opslag en overige werkplaatsen. Verder vallen ketelhuizen van meergezinswoningen van meer dan 130 kW ook onder de auditplicht omdat zij allen inrichtingen zijn volgens Wet Milieubeheer.

Op basis van overleg en voorgaande ervaringen met het bevoegd gezag kun je verwachten dat ketelhuizen op basis van steekproeven van 1 op 10 geauditeerd mogen worden.

De besparingsmaatregelen worden benoemd inclusief investering, terugverdientijd, energiebesparing en CO2-reductie. Voor het opstellen van de maatregelen maak je gebruik van de erkende maatregellijsten van InfoMil.

Opstellen definitieve rapportages, op basis van feedback bevoegd gezag

De conceptrapportages worden beschikbaar gesteld aan het bevoegd gezag. Het bevoegd gezag beoordeelt vervolgens de afzonderlijke rapportages. Met eventuele wijzigingen of aanvullingen kunt u de conceptrapportage definitief maken. Bij de panden waar dat verplicht is, wordt een Plan van Aanpak opgesteld in het kader van Wet Milieubeheer. Dit behelst een planning van uitvoering van de maatregelen met een terugverdientijd van minder dan 5 jaar, die je verplicht bent uit te voeren.

De informatieplicht is een vier jaarlijkse cyclus

Na goedkeuring van jouw rapportages ga je aan de slag om verder te verduurzamen. Hierdoor kun je vier jaar na dato aantonen dat je doet wat je in de rapportages hebt beloofd.

Tijdens het Vastgoed Event “Verstandige keuzes in verduurzaming” op 28 maart leer je wat je wanneer kiest als het gaat om verduurzaming. Je bent van harte welkom om daarbij te zijn. Bekijk het programma, de sprekers en de deelnemers.