Henk Peter Kip (Mitros) over toename data en tevreden huurders

Digitaal / 03 februari 2020
Redactie
Redactie
Redactie, CorporatieNL

We krijgen steeds meer met data te maken in ons werk. Is dat een goede ontwikkeling of wordt het allemaal teveel? In een serie artikelen vraagt CorporatieNL daarom aan prominente bestuurders, adviseurs en opinieleiders hoe zij hiernaar kijken. Directievoorzitter Henk Peter Kip van Mitros ziet mogelijkheden op het gebied van huurderstevredenheid en vindt tegelijkertijd dat meer waakzaamheid geboden is. We stelden hem 6 vragen.

Schieten we door in het verzamelen van data of doen we dat nog te weinig?

Henk Peter Kip: “Het onderwerp ‘werken met data’ begint absoluut trekken van een hype te krijgen en dan is waakzaamheid geboden. Mits die waakzaamheid georganiseerd wordt, valt er in het werken met data zeker veel te winnen voor corporaties. Die waakzaamheid is naar mijn idee in essentie dat we onszelf telkens streng de vraag stellen waarom we bepaalde data willen hebben? Wat is de relatie tussen de doelen van de organisatie en de geformuleerde behoefte aan data?”

Wat zijn de gevolgen voor je eigen organisatie, de mensen en het werk dat je steeds meer met data te maken hebt?

“We moeten allereerst een structuur neerzetten waarin het verzamelen van data kan gedijen. Dat betekent dat we de databehoefte moeten afleiden van de strategie. Daarna moeten we in de processen regelen dat de gewenste data boven tafel komen en dat we ze goed kunnen opslaan. En we moeten heel goed regelen wie de data verzamelt, wie ervoor verantwoordelijk is en daarnaast dat we de inhaalslag maken en onze data up-to-date blijven. Dit is noest en soms zelfs ronduit saai werk, maar het is voor het goede doel.”

Wordt de maatschappelijke opgave juist makkelijker of moeilijker door het beschikken over meer data, systemen en digitale mogelijkheden?

“Op den duur wordt het makkelijker. Met data kunnen onze acties gerichter, tijdiger en doeltreffender worden, daar ben ik wel van overtuigd. Als we bijvoorbeeld beter kunnen voorspellen waar overlast of betalingsachterstanden ontstaan of waar onderhoud nodig is, dan zijn we er tijdiger en dus beter bij.

Voor welk belangrijk vraagstuk zou het gebruik van data een grotere of betere rol moeten spelen?

“Ik denk dat in huurderstevredenheid data een grotere rol zouden moeten spelen. Wanneer en waarom worden huurders tevreden? Hoe kunnen we daar beter op inspelen?”

Zouden we onderling meer gegevens moeten uitwisselen met maatschappelijke partners zoals gemeenten en zorg of, met het oog op privacy, juist minder?

“Dit lijkt me altijd een afweging tussen privacy versus het doel van de dataverzameling. Het is mijn persoonlijke opvatting dat we nu doorgeschoten zijn. Als de veiligheid van mensen in het geding is, vind ik dat we meer zouden moeten kunnen, ook als de betrokkene dit zelf niet vindt. Dit speelt met name in overlastsituaties nog weleens een rol.”

In hoeverre is jouw organisatie al voldoende vaardig in het omgaan met de toenemende hoeveelheid data?

“De eerlijkheid gebiedt te zeggen, dat we nog wel wat stappen moeten zetten. Het onderwerp data is er bij uitstek één waar we ons aan kunnen vertillen door het te groots aan te willen pakken. We zullen kleine stapjes moeten zetten, waarbij expertise van buiten nodig is. We zijn bezig met het opzetten van de structuur en moeten dan gaandeweg de basisinformatie op orde krijgen. Pas over enige tijd zie ik ruimte om ook met de voorspellende kracht van data aan de slag te gaan.”

Meer visies

In de komende weken verschijnen meer artikelen bij CorporatieNL met de visies van bestuurders en directieleden van onder meer deltaWonen, Mooiland, Thuisvester, KleurrijkWonen, Vidomes, ILT, Lefier, Het Groninger Huis, Rabobank, cegeka-dsa, Zaam Wonen, HC&H.