De benchmark liegt

Corporatie / 02 juni 2016
Redactie
Redactie
Redactie, CorporatieNL

Onlangs was ik op bezoek bij een collega. Dat doe ik graag. Je maakt de afspraak lang van tevoren, als de agenda nog lekker leeg lijkt. Vervolgens blijkt die ruimte op de dag van het bezoek heel slecht ingeschat en rijd je vol zelfverwijt over zoveel naïviteit naar je verre afspraak. Maar tenslotte blijkt telkens weer dat zo’n bezoek toch verrijkend is en zich moeiteloos in de week-top-drie van meest waardevolle momenten nestelt.

Onder protest meedoen aan de benchmark

De collega in kwestie trakteerde mij op een tour langs complexen en recente projecten. Ondertussen raakten we aan de praat over de benchmark. Ik ben fan en sowieso geneigd tot volgzaamheid op dit soort thema’s. Als Aedes graag wil dat we meedoen, dan doen wij dat. Zo niet mijn collega. Onder protest deed hij mee. En bovendien had hij zich de moeite getroost een benchlearningbijeenkomst bij te wonen. Tijdens deze bijeenkomst waren zijn bangste vermoedens bewaarheid. Zo had een van de deelnemers het gezelschap toevertrouwd grote twijfels te hebben bij de juistheid van de door zijn corporatie aangeleverde gegevens: “Eerlijk gezegd hebben we maar wat ingevuld, is mijn indruk.” Deze mededeling is op zichzelf al tamelijk schokkend. Maar onverteerbaar werd het voor mijn collega toen hij het antwoord op zijn vraag aan de cursusleidster tot zich door liet dringen: “Nee, wij controleren uiteraard niet op juistheid. Dat vinden we de verantwoordelijkheid van de individuele corporatie.” Verontwaardigd over zoveel onverantwoordelijkheid keek hij me aan. “En dan nog wat”, liet hij er met enige stemverheffing op volgen, “Bedrijfslasten van € 347,-. Dat gaat er bij mij gewoon niet in. Die benchmark is niet te vertrouwen. Maar je wordt er wel aan opgehangen door de huurders en je RvC.”

Een nieuw bureaucratisch monstrum?

Mijn neiging is om dit soort verhalen anekdotisch op te vatten en me te richten op de grote lijn. Natuurlijk wordt er gerommeld met de invoer. Dat gebeurt immers overal. En natuurlijk is niet alles te controleren. Sterker nog. Als dat gebeurt, hebben we er nog een bureaucratisch monstrum bij. Toch blijft voor mij overeind dat er veel te leren valt van de benchmark. Ook al wordt deze gemankeerd door onheuse of onzorgvuldige gegevensinvoer. Dat dat heel veel ingewikkelder wordt als we de bouwstenen onderhoud en maatschappij gaan toevoegen is inmiddels wel duidelijk. Voor we het goed en wel in de gaten hebben gaat de benchmark dan aan zijn eigen succes ten onder. Niet alleen wordt de invoer complexer, maar belangrijker nog, de interpretatie van de uitkomsten wordt dat ook. Hoe meer criteria, hoe meer manieren om links- of rechtsom in de (of een) kopgroep terecht te komen. Anders gezegd: hoe meer criteria, hoe minder ze onderscheiden.

Argumenten

Ooit leerde ik dat je zo min mogelijk argumenten moet gebruiken om gelijk te willen krijgen. De twee vragen die je je voorafgaand aan een debat moet stellen zijn: Heb ik wel weinig genoeg argumenten? En zijn dat de beste? In het verlengde daarvan geldt voor benchmarks hetzelfde: Heb ik wel weinig genoeg criteria? En zijn dat de beste? Ik ben bang dat deze wijsheid in de wind zal worden geslagen. Mijn collega kan zijn borst nog natmaken. Ik begin er ook vast mee.

Dit artikel is een bijdrage van Marco de Wilde van Sprengenland Wonen aan de  CorporatieNL Auteurschallenge.